/ Home / CE-markering / Europese Richtlijnen / WEEE Richtlijn / Artikelen  

Inleiding WEEE Richtlijn 2012/19/EU
Richtlijn Afgedankte Elektrische en Elektronische Apparaten

De richtlijn heeft als doel om bij te dragen aan de duurzame ontwikkelingen binnen de EU, op basis van richtlijn 2008/98/EG (richtlijn over afvalstoffen). Het onderwerp van de richtlijn luidt als volgt:

Bij deze richtlijn worden maatregelen vastgesteld ter bescherming van het milieu en de menselijke gezondheid door preventie of beperking van de negatieve gevolgen van de productie en het beheer van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA), ter beperking van de gevolgen in het algemeen van het gebruik van hulpbronnen en ter verbetering van de efficiëntie van het gebruik ervan, overeenkomstig de artikelen 1 en 4 van Richtlijn 2008/98/EG, waarmee wordt bijgedragen aan een duurzame ontwikkeling.

Er zijn verschillende tijdsperiodes onderverdeeld, inclusief minimum inzamelpercentages die de lidstaten moeten bereiken. De lidstaten zijn verantwoordelijk voor de registratie van deze gegevens.

Kort samengevat betekent dit dat bepaalde producten ingezameld moeten worden om vervolgens te recyclen en schadelijke stoffen te verwijderen. Dit dient ook aangegeven te worden op de producten waarop de richtlijn van toepassing is, middels een symbool

Het symbool voor gescheiden inzameling van EEA bestaat uit een doorgekruiste verrijdbare afvalbak zoals hieronder afgebeeld. Het symbool moet zichtbaar, leesbaar en onuitwisbaar worden aangebracht.



Toepassingsgebied en uitzonderingen van de richtlijn
Deze richtlijn is als volgt van toepassing op elektrische en elektronische apparatuur (EEA):

a) vanaf 13 augustus 2012 tot 14 augustus 2018 (overgangsperiode), behoudens lid 3, op EEA die onder de in bijlage I genoemde categorieën valt. Bijlage II bevat een indicatieve lijst van EEA die onder de in bijlage I genoemde categorieën valt;

b) vanaf 15 augustus 2018, behoudens lid 3 en 4, op alle EEA. Alle EEA wordt ingedeeld in de in bijlage III genoemde categorieën. Bijlage IV bevat een niet-beperkende lijst van EEA die onder de in bijlage III genoemde categorieën valt (open toepassingsgebied).
Het toepassingsgebied is dus opgesplits in 2 groepen, waarvan de 1e groep al sinds 13 augustus 2012 in werking getreden is en de 2e groep per 15 augustus 2018. De lijst met producten die hierondervallen zijn vermeld in bijlage I en II (groep 1) en III en IV (groep 2), zie hieronder.



Groep 1 (is al van kracht):

1. GROTE HUISHOUDELIJKE APPARATEN
Grote koelapparaten, koelkasten, diepvriezers, andere grote apparaten voor koeling bewaring en opslag van voedsel, wasmachines, wasdrogers, vaatwasmachines, kooktoestellen, elektrische fornuizen, elektrische kookplaten, magnetrons, andere grote apparaten voor de bereiding en andere behandelingen van voedsel, elektrische verwarmingsapparatuur, elektrische radiatoren, andere grote toestellen voor de verwarming van kamers bedden en zitmeubelen, elektrische ventilatoren, airconditioners, andere ventilatie- afzuig- en airconditioningapparatuur

2. KLEINE HUISHOUDELIJKE APPARATEN
Stofzuigers, rolvegers, andere schoonmaakapparaten, apparaten voor het naaien/breien/weven en andere textielbewerkingen, strijkijzers en andere apparaten voor het strijken en mangelen en andere verzorging van kleding, broodroosters, frituurpannen, koffiemolens en koffiezetmachines en apparatuur voor het openen of luchtdicht sluiten van recipiënten of verpakkingen, elektrische messen, tondeuses, haardrogers, elektrische tandenborstels, scheerapparaten, massage- en andere lichaamsverzorgingsapparaten, klokken, andere uurwerken en apparatuur voor het meten/aangeven/registreren van tijd, weegschalen

3. IT- EN TELECOMMUNICATIEAPPARATUUR
Gecentraliseerde gegevensverwerking: mainframes, minicomputers, afdrukeenheden, persoonlijk computergebruik: personal computers (inclusief processor/muis/scherm/toetsenbord), laptops (inclusief processor/muis/scherm/toetsenbord), notebookcomputers, notepadcomputers, printers, kopieerapparaten, elektrische en elektronische typemachines, zak- en bureaurekenmachines, en andere producten en apparatuur voor het elektronisch verzamelen/opslaan/verwerken/presenteren of communiceren van informatie, gebruikerseindstations en –systemen, faxapparaten, telexapparaten, telefoons, munt- en kaarttelefoons, draadloze telefoons, cellulaire telefoons, antwoordapparaten, andere producten of apparatuur voor het overbrengen met telecommunicatie van geluid beelden of andere informatie

4. CONSUMENTENAPPARATUUR EN FOTOVOLTAÏSCHE PANELEN
Radiotoestellen, televisietoestellen, videocamera's, videorecorders, hifirecorders, geluidsversterkers, muziekinstrumenten, en andere producten of apparatuur voor het opnemen of weergeven van geluid of beelden, waaronder signalen of andere technieken voor de verspreiding van beeld en geluid dan telecommunicatie, fotovoltaïsche panelen

5. VERLICHTINGSAPPARATUUR
Armaturen voor fluorescentielampen, uitgezonderd armaturen in huishoudens, fluorescentielampen (tl-buizen), compacte fluorescentielampen, hogedrukgasontladingslampen met inbegrip van hogedruknatriumlampen en metaalhalogenidelampen, lagedruknatriumlampen, andere verlichting of apparatuur voor het verspreiden of regelen van licht, uitgezonderd gloeilampen

6. ELEKTRISCH EN ELEKTRONISCH GEREEDSCHAP (UITGEZONDERD GROTE, NIET-VERPLAATSBARE INDUSTRIËLE INSTALLATIES)
Boren, zagen, naaimachines, apparatuur voor het draaien/frezen/schuren/slijpen/zagen/snijden/afsnijden/boren/maken van gaten/ponsen/vouwen/buigen of dergelijke bewerkingen van hout/metaal en ander materiaal, gereedschap voor het klinken/spijkeren/schroeven of het verwijderen van klinknagels/spijkers/schroeven of dergelijk gebruik, gereedschap voor het lassen/solderen of dergelijk gebruik, apparatuur voor het verstuiven, verspreiden, dispergeren of op andere wijze behandelen van vloeistoffen of gassen, gereedschap voor het maaien en andere tuinbezigheden

7. SPEELGOED, ONTSPANNINGS- EN SPORTAPPARATUUR
Elektrische treinen en autoracebanen, handconsoles voor videospellen, videospellen, fiets-/duik-/loop-/roeicomputers en dergelijke, sportapparatuur met elektrische of elektronische onderdelen, speelautomaten

8. MEDISCHE HULPMIDDELEN (MET UITZONDERING VAN ALLE GEÏMPLANTEERDE EN GEÏNFECTEERDE PRODUCTEN)
Radiotherapeutische apparatuur, cardiologische apparatuur, dalyseapparatuur, beademingstoestellen, apparatuur voor nucleaire geneeskunde/laboratoriumapparatuur voor in-vitrodiagnostiek, analyseapparatuur, diepvriezers, apparatuur voor vruchtbaarheidstests, andere apparaten voor het opsporen/voorkomen/volgen/behandelen/verlichten van ziekten/verwondingen/handicaps

9. MEET- EN REGELAPPARATUUR
Rookmelders, verwarmingsregelaars, thermostaten, meet-/weeg-/afstelapparaten voor huishouden of laboratorium, andere meet- en regelapparatuur voor industriële installaties (bv. in regelpanelen)

10. AUTOMATEN
Automaten voor warme dranken, automaten voor warme/koude flesjes/blikjes, automaten voor vaste voedingsproducten, geldautomaten, alle automaten voor alle soorten producten



Groep 2 (gaat in per 15 augustus 2018):

1. Warmte- of koude-uitwisselende apparatuur
Koelkasten, diepvriezers, apparatuur voor de automatische aflevering van koude producten, klimaatregelingsapparatuur, ontvochtigingsapparaten, warmtepompen, oliehoudende radiatoren en andere warmte- of koude-uitwisselende apparatuur waarin andere vloeistoffen dan water worden gebruikt voor de warmte- of koude-uitwisseling.

2. Schermen, monitors en apparatuur met schermen die een oppervlakte hebben van meer dan 100 cm2
Schermen, televisietoestellen, lcd-fotolijsten, monitors, laptops, notebooks.

3. Lampen
Fluorescentielampen (tl-buizen), compacte fluorescentielampen, fluorescentielampen, hogedrukgasontladingslampen, met inbegrip van hogedruknatriumlampen en metaalhalogenidelampen, lagedruknatriumlampen, leds.

4. Grote apparaten
Wasmachines, wasdrogers, vaatwasmachines, kooktoestellen, elektrische fornuizen, elektrische kookplaten, lichtarmaturen, apparatuur voor het weergeven van geluid of beelden, muziekapparatuur (uitgezonderd in kerken geplaatste pijporgels), apparaten voor breien en weven, grote mainframes, grote printers, kopieerapparaten, grote speelautomaten, grote medische hulpmiddelen, grote meet- en regelapparatuur, grote product- of geldautomaten, fotovoltaïsche panelen.

5. Kleine apparaten
Stofzuigers, rolvegers, naaiapparatuur, lichtarmaturen, magnetrons, ventilatieapparatuur, strijkijzers, broodroosters, elektrische messen, waterkokers, klokken en andere uurwerken, elektrische scheerapparaten, weegschalen, haar- en lichaamsverzorgingsapparaten, rekenmachines, radiotoestellen, videocamera's, videorecorders, hifiapparatuur, muziekinstrumenten, apparatuur voor het weergeven van geluid of beelden, elektrisch en elektronisch speelgoed, sportapparatuur, fiets-, duik-, loop-, roeicomputers en dergelijke, rookmelders, verwarmingsregelaars, thermostaten, klein elektrisch en elektronisch gereedschap, kleine medische hulpmiddelen, kleine meet- en regelapparatuur, kleine productautomaten, kleine apparaten met geïntegreerde fotovoltaïsche panelen.

6. Kleine IT- en telecommunicatieapparatuur (zonder buitenafmeting van meer dan 50 cm)
Mobiele telefoons, gps, zakrekenmachines, routers, personal computers, printers, telefoons.
Uitzonderingen:

Deze richtlijn is niet van toepassing op de hierna genoemde EEA:

a) apparatuur die noodzakelijk is voor de bescherming van de wezenlijke belangen van de veiligheid van lidstaten, met inbegrip van wapens, munitie en oorlogsmateriaal voor specifiek militaire doeleinden;NL L 197/42 Publicatieblad van de Europese Unie 24.7.2012

b) apparatuur die specifiek is ontworpen en geïnstalleerd om deel uit te maken van andere apparatuur welke is uitgesloten van of niet onder het toepassingsgebied van deze richtlijn valt, die haar functie alleen kan vervullen als zij deel uitmaakt van laatstbedoelde apparatuur;

c) gloeilampen.


Behalve op de hierboven vermelde apparatuur is deze richtlijn vanaf 15 augustus 2018 niet van toepassing op de hierna genoemde EEA:

a) apparatuur die is ontworpen om de ruimte ingestuurd te worden;

b) grote, niet-verplaatsbare industriële werktuigen;

c) grote, vaste installaties, met uitzondering van apparatuur die niet specifiek is ontworpen en geïnstalleerd als onderdeel van zulke installaties;

d) vervoermiddelen voor personen of goederen, met uitzondering van elektrische tweewielers zonder typegoedkeuring;

e) niet voor de weg bestemde mobiele machines die uitsluitend voor beroepsmatig gebruik ter beschikking zijn gesteld;

f) apparatuur die speciaal is ontworpen uitsluitend voor doeleinden van onderzoek en ontwikkeling en die alleen door een bedrijf aan een ander bedrijf ter beschikking wordt gesteld;

g) medische hulpmiddelen en medische hulpmiddelen voor in- vitrodiagnostiek, wanneer deze hulpmiddelen naar verwachting vóór het einde van hun levensduur infectieus zijn, en actieve implanteerbare medische hulpmiddelen.
Belangrijke definities in de richtlijn:
„elektrische en elektronische apparatuur” of „EEA”: apparaten die afhankelijk zijn van elektrische stromen of elektromagnetische velden om naar behoren te werken en apparaten voor het opwekken, overbrengen en meten van die stromen en velden en die bedoeld zijn voor gebruik met een spanning van maximaal 1 000 volt bij wisselstroom en 1 500 volt bij gelijkstroom;
„afgedankte elektrische en elektronische apparatuur” of „AEEA”: elektrische of elektronische apparaten die afvalstoffen zijn in de zin van artikel 3, punt 1, van Richtlijn 2008/98/EG, daaronder begrepen alle onderdelen, subeenheden en verbruiksmaterialen die deel uitmaken van het product op het moment dat het wordt afgedankt;
„grote, niet-verplaatsbare industriële installaties”: groot geheel van machines, apparatuur en/of onderdelen die samen werken voor een bepaalde toepassing, op een vaste plaats door vakmensen worden geïnstalleerd of afgebroken en door vakmensen worden gebruikt en onderhouden in een industriële productieomgeving of een centrum voor onderzoek en ontwikkeling;
„AEEA van particuliere huishoudens”: AEEA die afkomstig is van particuliere huishoudens en AEEA die afkomstig is van commerciële, industriële, institutionele en andere bronnen en die naar aard en hoeveelheid met die van particuliere huishoudens vergelijkbaar is. Afval van EEA die waarschijnlijk zowel door particuliere huishoudens als door andere gebruikers dan particuliere huishoudens wordt gebruikt, wordt in elk geval als AEEA van particuliere huishoudens aangemerkt;



Verplichtingen voor lidstaten:
De lidstaten nemen passende maatregelen om de verwijdering van AEEA in de vorm van ongesorteerd stedelijk afval tot een minimum te beperken, een correcte verwerking van alle ingezamelde AEEA te waarborgen en een hoog niveau van gescheiden inzameling van AEEA te bereiken, met name, en bij voorrang, voor warmte- of koude-uitwisselende apparatuur die ozonafbrekende stoffen en gefluoreerde broeikasgassen bevatten, kwikhoudende fluorescentielampen, fotovoltaïsche panelen en kleine apparatuur als omschreven in categorie 5 en 6 van bijlage III.

Er worden systemen ingevoerd waardoor de laatste houders en de distributeurs dergelijke afvalstoffen ten minste zonder kosten kunnen inleveren. De lidstaten dragen zorg voor de beschikbaarheid en toegankelijkheid van de noodzakelijke inzamelingsinrichtingen, met name rekening houdend met de bevolkingsdichtheid;

Vanaf 2016 bedraagt het minimum-inzamelingspercentage 45 %, berekend op basis van het totale gewicht van de AEEA die in de loop van een gegeven jaar overeenkomstig de artikelen 5 en 6 in de betreffende lidstaat is ingezameld, uitgedrukt als percentage van de gemiddelde gewichtshoeveelheid EEA die de voorgaande drie jaren in die lidstaat in de handel is gebracht.
Vanaf 2019 bedraagt het jaarlijks te halen minimum-inzamelingspercentage 65 % van de gemiddelde gewichtshoeveelheid EEA die de voorgaande drie jaren in de betreffende lidstaat in de handel is gebracht, of als alternatief 85 % van de hoeveelheid in die lidstaat geproduceerde AEEA die op het grondgebied van die lidstaat is geproduceerd.

De lidstaten dragen er zorg voor dat (artikel 16):
elke producent, of elke gevolmachtigde die is aangewezen uit hoofde van artikel 17, conform de voorschriften wordt geregistreerd en in zijn nationale register alle relevante informatie in samenhang met de activiteiten van die producent in die lidstaat online kan invoeren;
De lidstaten verzamelen op jaarlijkse basis gegevens, met inbegrip van onderbouwde ramingen, over de hoeveelheden en categorieën EEA die in de lidstaat in de handel werden gebracht, langs alle wegen werden ingezameld, voorbereid voor hergebruik, gerecycleerd en nuttig toegepast, alsmede over de hoeveelheden gescheiden ingezamelde AEEA die werden uitgevoerd, naar gewicht.

Registratie
Omdat de lidstaten bij moeten houden hoeveel er verkocht en ingezameld wordt, dienen bedrijven zich te registreren (zie artikel 16):
INFORMATIE VOOR DE REGISTRATIE EN DE RAPPORTAGE ALS BEDOELD IN ARTIKEL 16

A. Informatie die bij registratie moet worden verstrekt:

1. Naam en adres van de producent of van de gevolmachtigde die is aangewezen uit hoofde van artikel 17 (postcode en plaats, straatnaam en nummer, land, telefoon- en faxnummer, e-mail en een contactpersoon). In geval van een gevolmachtigde als gedefinieerd in artikel 17, tevens de contactgegevens van de producent die wordt vertegenwoordigd.

2. Nationale identificatiecode van de producent, met inbegrip van het Europese of het nationale fiscale nummer van de producent.

3. Categorie van de EEA opgenomen in bijlage I of III, al naar het geval.

4. Soort EEA (huishoudelijke of niet-huishoudelijke apparatuur).

5. Merknaam van de EEA.

6. Informatie over de wijze waarop de producent zijn verantwoordelijkheden nakomt: individueel of via een collectieve regeling, met inbegrip van informatie over de financiële waarborg.

7. Gebruikte verkooptechniek (bijvoorbeeld verkoop op afstand).

8. Verklaring dat de verstrekte informatie in overeenstemming met de waarheid is.


B. Informatie die voor de rapportage moet worden verstrekt:

1. Nationale identificatiecode van de producent.

2. Rapportageperiode.

3. Categorie van de EEA opgenomen in bijlage I of III, al naar het geval.

4. Hoeveelheid in een lidstaat in de nationale handel gebrachte EEA, per gewicht.

5. Hoeveelheid afgedankte EEA, uitgedrukt in gewicht, die gescheiden is ingezameld, gerecycleerd (waaronder ter voorbereiding op hergebruik), nuttig toegepast en verwijderd is in de lidstaat, dan wel binnen of buiten de Unie is overgebracht.

Noot: De informatie bij de punten 4 en 5 dient te worden verstrekt per categorie.


dr. Rick Elbersen



Attached files:

WEEE plaatje.jpg